Contact
Tekstgrootte

Seventa rent tijdens haar dienst als runner het hele ziekenhuis door

Normaal gesproken werkt Seventa als doktersassistente op de polikliniek Kaakchirurgie en is ze in haar vrije tijd fervent hardloper, o.a. in het Ikazia Roparunteam58. Tijdens deze coronacrisis is dat helaas een ander verhaal want Seventa werkt nu even niet meer als doktersassistente maar als ‘runner’ in Ikazia. 

Tijdens haar dienst rent zij heel het ziekenhuis door.

De rechterhand van de verpleegkundige

“Als runner ben je de rechterhand van de verpleegkundige op de afdeling, maar ook op de Spoedeisende Hulp of op de Intensive Care. 

Normaal halen de verpleegkundigen zelf alle spullen, maar nu blijft iedereen zoveel mogelijk op zijn eigen afdeling om verspreiding van het virus te voorkomen. Wij halen bloed, medicijnen, intubatiekits en alle (on)steriele spullen die ze nodig hebben en leggen die voor ze in de sluis,” legt Seventa uit. 

“Maar we vervoeren bijvoorbeeld ook mensen van de corona-Spoedeisende Hulp naar de CT-kamer.”

Drie weken nachtdienst

Als doktersassistente op de polikliniek is zij niet gewend om nachtdiensten te werken. Ook dat is nu anders. 

“Ik werk al drie weken de nachtdienst. De eerste nacht ging het eigenlijk heel goed, maar de tweede was echt een klap in mijn gezicht terwijl ik die ochtend wel goed had geslapen. Ik heb maar extra veel rondjes gelopen langs alle afdelingen om wakker te blijven.”

We zorgen goed voor elkaar

Seventa werkt pas twee jaar in Ikazia, maar heeft zelfs nu nog geen moment spijt van haar overstap. “Ik wilde altijd al in het ziekenhuis werken. Het ziekenhuisleven en de zorg is zo mooi. Ik vind het fantastisch. Iedereen is zo behulpzaam, alle collega’s staan voor je klaar dat is echt heel mooi van Ikazia. 

Het is een moeilijke tijd, maar het zorgt ook voor nog meer saamhorigheid. Er wordt goed voor elkaar gezorgd.

Ook leer ik nu door mijn werk als runner allerlei sluiproutes kennen. Zo kwam ik er laatst achter dat ik voor een bepaalde afdeling altijd heb omgelopen, dat is toch grappig!”