Van coassistent naar arts-assistent
Tijdens de coschappen maken studenten geneeskunde voor het eerst echt kennis met de geneeskundige praktijk. Ze mogen eindelijk die studieboeken uit en daadwerkelijk ‘mensen helpen’ - de reden die minstens 95% van ons opgaf, wanneer hen gevraagd werd waarom we deze studie wilden doen. De coschappen zijn een zware periode, waarin je van afdeling naar afdeling verhuist. Net als je een beetje gewend bent, moet je alweer door naar de volgende afdeling. Hierdoor worden ze (goed, de meesten dan) enorm sociaal.
Voor mijn reguliere coschappen Kindergeneeskunde en Neurologie werd ik ingedeeld in Ikazia. Als ik de sfeer van Ikazia vergelijk met andere ziekenhuizen, dan is die laagdrempelig en knus. In sommige andere ziekenhuizen was de hiërarchie sterk te proeven, iets waar ik absoluut niet tegen kan. In Ikazia merkte ik hier helemaal niets van: iedereen is gelijk, iedereen draagt zijn steentje bij, we doen het samen: het motto ‘Beter voor elkaar’ is echt niet zomaar uit de lucht komen vallen.
Deze sfeer, gecombineerd met mijn interesse in de hersenen en de zenuwen, heeft ervoor gezorgd dat ik erg graag terug wilde komen voor een oudste coschap (ook wel de semi-arts stage). Tijdens dit coschap mag je veel meer zelf doen dan in andere coschappen. Dit ging zo goed en ik vond het zo leuk en gezellig, dat ik bleef plakken en hier nu werkzaam ben als ANIOS Neurologie.
Van coassistent naar arts-assistent
Voordat ik daadwerkelijk begon met werken als arts-assistent en nog coassistent was, dacht ik dat er niet zoveel verschil zou zijn tussen de twee functies, behalve het salaris. Ik had het mis. Als arts ben je verantwoordelijk. Jij bent verantwoordelijk voor de medicijnen die de patiënt krijgt - niet de verpleegkundige die ze toedient. Jij moet nadenken waar je klikt en jij moet zorgen dat het klopt. Een klein foutje kan zulke grote gevolgen hebben…
Wat als?
Het kan heel moeilijk zijn om met deze verantwoordelijkheid om te gaan. Er gaan vaak nogal angstige gedachten door mijn hoofd. Wat als ik per ongeluk de verkeerde dosering van dit medicijn voorschrijf en de patiënt hierdoor komt te overlijden? Wat als ik moet schouwen en iemand als overleden verklaar, maar diegene helemaal niet overleden is? Wat als ik iets niet weet en het daardoor veel langer duurt voordat de patiënt behandeld kan worden? Allemaal niet waarschijnlijk, maar het zijn wel gedachten die ooit door het hoofd van elke arts spookten. Hiervoor is de laagdrempelige sfeer die ik eerder noemde zo fijn. Je durft je onzekerheden te delen - en daarnaast zijn er altijd mensen die je kunnen helpen. We’ve got each other's backs.
De wereld van de geneeskunde is een van de mooiste maar ook een van de zwaarste die er is. Harde werkers zijn we, zeker de laatste tijd is dat gebleken.