Contact
Tekstgrootte

Springende pietjes

Een gezellig muziekje schalt over de gangen van de zesde etage. Licht klassiek, afgewisseld met een geestelijk lied. Het is zondag en we laten de patiënten genieten van de weekendsfeer.

Valpartij

Een van mijn patiënten is een 83-jarige vrouw. Een grote rode bult links op haar voorhoofd en een flink blauw oog herinneren aan haar valpartij van gisterenmiddag. De buurvrouw heeft haar gevonden toen ze de krant ging brengen. Ambulancebroeders brachten haar naar het ziekenhuis om haar te laten observeren en om te kijken of mogelijke hartritmestoornissen aan de valpartij ten grondslag konden liggen. Nu ligt ze aan de monitor.

Wasbeurt

Als ik me inlees in haar dossier, blijkt al snel dat ze kind noch kraai heeft, alleen een ver achternichtje in Utrecht. Deze dame kan wel een goede poetsbeurt gebruiken en ik ga gewapend met zeep en een extra stalen waskom met water aan de slag.

‘Voorzichtig deppen’ maan ik mezelf als ik bij de bult en het blauwe oog aangekomen ben. Het water in de waskom kleurt roestbruin. Even later zit ze in een schone nachtpon naast haar bed. Aan de achterkant heeft haar grijze permanent een flinke deuk opgelopen van het liggen in de kussens. Ook ontdek ik een donkerrode klit in haar haar.

Het klitje beweegt!

Al babbelend kam ik voorzichtig door haar grijze krulletjes, ik kom er slecht doorheen… Plotseling doe ik een stapje achteruit: het klitje beweegt! 

Ik houd mijn adem even in en duw mijn bril nog eens goed op mijn neus. Er blijkt nog veel meer te bewegen en in de kam tref ik alle stadia van hoofdluis aan. Op het witte kussensloop springen ondertussen de pietjes ook alle kanten op. Na de wasbeurt vis ik haar bril uit het kokertje met het logo van Hans Anders erop. Er zit een wit brillendoekje in met een bewegende grijze stip… De apotheek van het ziekenhuis is niet open vandaag en ik vraag me af hoe ik dit probleem te lijf kan gaan zonder luizenshampoo.

Kriebelige klus

Het nichtje in Utrecht, schiet het door me heen. Ze belooft na een telefoontje direct met luizenlotion te komen. 

Na het bezoekuur hul ik me in een geel schort en latex handschoenen en waag ik me aan deze kriebelige klus. Ondertussen heb ik nu zelf op de gekste plekken jeuk onder mijn benauwde celstof schort. Voorzichtig probeer ik boven water te krijgen hoe dit zo gekomen is.

De patiënt ontwijkt mijn vragen en geeft schimmige antwoorden. Het flesje lotion is inmiddels leeg en goed ingemasseerd. Ik besluit het geheel maar eens goed in te laten weken en zet haar daarom een operatiemuts op.

Kippenvel

Het is twee dagen later en ik informeer bij een van mijn collega’s naar een reanimatie op een andere afdeling. Hij schudt zijn hoofd en doet verslag. Nee, het is niet goed afgelopen, maar het had hem verbaasd dat mevrouw een operatiemutsje op had. 

Jeuk heb ik allang niet meer, maar ik heb er nu wat anders voor in de plaats: kippenvel.