Contact
Tekstgrootte

Samenwerken aan passende zorg voor dak- en thuislozen

Marlieke Ridder is straatdokter in Rotterdam en helpt patiënten die dak- of thuisloos zijn. In Ikazia praat zij met verpleegkundig coördinator Anne Bonafacia over de zorg voor deze groep mensen.

Anne: Hoe ben je er toe gekomen om straatarts te worden?

Marlieke
: Tijdens mijn studie Geneeskunde kwam ik via verslavingszorg uit bij de zorg voor dak- en thuislozen. Dat sprak mij gelijk aan. Als je deze mensen goed helpt, neemt de kwaliteit van hun leven enorm toe. Hoe ben jij in de zorg terecht gekomen?

A:
Ik zag mijzelf altijd voor de klas staan, maar toen ik eenmaal die richting had gekozen, wist ik al snel dat dit het voor mij niet was. Ik had een bijbaantje in een verzorgingshuis en dat vond ik hartstikke leuk. Zo ontstond het idee om verpleegkundige te worden. Inmiddels ben ik verpleegkundig coördinator in Ikazia. We zien in ons ziekenhuis steeds meer mensen die dak- of thuisloos zijn. Zien jullie dat ook en hoe komt dat, denk je?

M:
Ja, dat zien wij ook. Er zijn veel EU-migranten die hier in Rotterdam werkten, gewoon belasting betaalden, maar tijdens de coronapandemie van de een op de andere dag op straat werden gezet. Zonder huis, zonder zorgverzekering, zonder inkomen. Weinig mensen weten dat dit per direct stopt als je via een uitzendbureau werkt en dat zorgt natuurlijk voor veel problemen. Er zijn ook mensen die door andere tegenslagen op straat belanden, verslaafd zijn of psychische problemen hebben. Voor al deze mensen is helaas veel te weinig woonruimte. Herstellen en je leven weer oppakken, begint bij een veilige plek. Als je dat niet hebt, ben je alleen maar bezig met overleven. Hoe gaan jullie in het ziekenhuis om met de zorg voor deze patiënten?

A:
We willen in Ikazia zorg verlenen op een manier die bij de persoon past. Persoonlijke zorg, ook voor dak- en thuislozen. Maar dat is niet altijd gemakkelijk, zeker niet als iemand bijvoorbeeld verslaafd is of de orde op de afdeling verstoort. We hebben namelijk meer patiënten op onze afdeling die zorg nodig hebben. Heb je tips voor ons als verpleegkundigen, hoe wij het beste met dak- of thuisloze patiënten om kunnen gaan?

M:
Als de situatie niet levensbedreigend is, kun je de patiënt het beste eerst laten ontnuchteren, als dat nodig is. Neem even de tijd om echt contact te maken en probeer je ook aan te passen. Ook is het belangrijk om duidelijk uit te leggen wat de regels op de afdeling zijn, en wat de gevolgen zijn als die niet worden nageleefd. En als de situatie onveilig wordt, houdt de opname op. Als straatdokters zijn wij altijd bereikbaar en komen graag naar Ikazia om mee te denken over de best passende zorg en nazorg. Dat geeft de patiënt ook meer vertrouwen dat hij veilig is en goed geholpen wordt.

A:
Dak- en thuislozen hebben veel meegemaakt en zijn misschien ook wel vaak teleurgesteld door mensen. Hoe zorg je ervoor dat ze jou vertrouwen?

M:
Als het gaat om patiënten met een verslavingsprobleem, vraag ik altijd waarom ze drugs gebruiken. Mensen doen dat namelijk niet voor niets. Vaak missen ze liefde en proberen ze dat gevoel te krijgen door bijvoorbeeld heroïne te gebruiken. Mensen die op straat leven, hebben vaak enorm veel mensenkennis en prikken zo door je heen. Maar het is echt niet allemaal ellende hoor; er wordt ook veel gelachen. Veel patiënten hebben een goed gevoel voor humor.

A:
Wat voor lichamelijke problemen kom je als straatdokter zoal tegen bij deze groep?

M:
De patiënten die wij zien, lopen vaak al lang met hele nare wonden, breuken of infecties. Dus als je dat kunt verhelpen, is dat voor die persoon een wereld van verschil. Ik zag laatst zelfs iemand met scheurbuik! Dat ken je misschien nog wel uit de geschiedenisboeken. Het kwam voor bij zeevaarders in de zestiende eeuw omdat ze te weinig vitamines binnenkregen. Je verwacht niet dat deze ziekte nu nog voorkomt. Gelukkig is deze man helemaal hersteld en zelfs weer aan het werk.

A:
Onze patiënten zijn vaak erg dankbaar. We krijgen regelmatig een doosje Merci of een lief kaartje toegestuurd, maar ik denk dat jouw patiënten helemaal dankbaar zijn. Je kunt als straatarts een groot verschil maken in iemands leven.

M:
Het is hartverwarmend als je ziet hoeveel moeite mensen doen om iets terug te doen. Ze hebben al zo weinig, maar sparen toch geld bij elkaar om een bloemetje bij de benzinepomp te kopen. Maar het gaat mij niet om cadeautjes. Toen ik na mijn zwangerschap weer aan het werk ging, vroegen veel patiënten ook hoe het mij ging en met de kleine. Dat waardeer ik net zo.

A: Ik ben blij dat we elkaar ontmoet hebben. Het is goed dat wij in Ikazia samen met jullie, de straatdokters, optrekken om passende zorg te verlenen aan deze kwetsbare groep.

M:
Daar ben ik ook blij om. Ik vind het heel mooi dat Ikazia hierin het voortouw heeft genomen. Met elkaar kunnen we het verschil maken.