Contact
Tekstgrootte

Moederinstinct

‘Goedenavond mevrouw, mijn naam is William. Ik verpleeg u vannacht. U heeft nog een buisje in de keel waardoor u wordt geholpen bij de ademhaling, ik houd u goed in gaten. De operatie is goed gegaan heb ik van de dokter begrepen!’

Ik maak kennis met mijn patiënte. Hoewel ze niet kan praten door het buisje in haar keel, zie ik aan haar gezicht dat ze mij heeft begrepen en weer rustig het hoofd in de kussens legt en verder in slaap doezelt. Ik voer mijn controles uit en bedenk de potentiële problemen die zouden kunnen ontstaan en onderneem actie om deze zo klein mogelijk te maken.

"Aan mij de taak haar te bewaken"

In het bed ligt een jonge vrouw van begin dertig. Haar baby die te vroeg werd geboren, verblijft op de couveuse-afdeling van het Moeder Kind Centrum. 

Een zwangerschapsvergiftiging deed de medici beslissen om het kind eerder te halen omdat anders beide levens in gevaar zouden komen. Na de operatie kreeg mevrouw een nabloeding en verloor ze in korte tijd een enorme hoeveelheid bloed. Een her-operatie had de bloeding gestelpt. 

Op de intensive care kreeg ze een grote hoeveelheid zakjes bloed en werd ze voor observatie aan de beademing opgenomen. Aan mij de taak om deze kersverse moeder vannacht te bewaken!

De frons op het gezicht maakt plaats voor een geruste blik

Een klein uurtje later kijk ik weer even om het hoekje bij mevrouw. Ze ligt met haar ogen open naar het plafond te staren. 

‘Gaat het met je?’ vraag ik. Mevrouw schudt haar hoofd, een snelle interpretatie van wat ik zie op de monitor en in het bed zijn voor mij geen reden om te denken dat het niet goed gaat. ‘Heb je pijn’? Weer schudt mevrouw haar hoofd. ‘Maak je je zorgen’? Hevig begint mevrouw te knikken. ‘Mis je je dochtertje?’ Weer een instemmende knik. ‘Met je dochtertje gaat het goed, ze ligt op de kinderafdeling en uw partner is daarbij.’ 

De frons op het gezicht maakt plaats voor een geruste blik.

De situatie is veilig

Door onze nachtelijke conversatie stijgt de hartfrequentie en de bloeddruk wat ervoor zorgt dat de arts even om het hoekje komt kijken. ‘Gaat het goed William?’ vraagt hij. ‘Ja hoor, mevrouw is wakker en maakte zich zorgen over haar dochter’. Ondertussen gebaart mevrouw hevig naar het buisje in haar keel en maakte een wegwerpgebaar.

‘Wil je het buisje eruit hebben?’ Een hevig knikken zorgt ervoor dat het buisje een hoestreflex oproept bij mevrouw. Ondertussen is de arts ook naast ons komen staan. ‘Goedenacht mevrouw, gefeliciteerd met uw prachtige dochter’. 

Ondertussen probeer ik een reden te verzinnen waarom het beademingsbuisje nog in de keel moet blijven. Gedurende de nacht heb ik de ondersteuning flink terug kunnen schroeven en krijgt mevrouw nog minimale ondersteuning. ‘Hé dokter, kunnen we dat buisje niet verwijderden?’ vraag ik. 

Kort nemen we alle parameters door en controleren we samen of we niets over het hoofd zien. De situatie is veilig om mevrouw te bevrijden van het vervelende maar behulpzame buisje in de keel.

Het pasgeboren wonder

Midden in de nacht verwijder ik zonder problemen het buisje uit de keel. 

‘Waar is de kleine?’ is het eerste wat mevrouw uitbrengt. ‘Uw dochter ligt boven op de couveuse-afdeling’. ‘Zal ik even bellen met de afdeling hoe het gaat?’ 

‘Ik wil naar haar toe…’. In de huidige conditie en afhankelijkheid van onze monitoring en medicatie is het niet mogelijk om nu op stap te gaan. Ondertussen hang ik al aan de lijn met mijn collega verpleegkundige die zich ontfermt over het pasgeboren wonder. 

‘Het baby'tje ligt in de couveuse aan onze bewaking dus dat duurt wel even, maar we komen langs…’.

Met een hand vol infusen opent mijn patiënt een uurtje later het deurtje van de couveuse en streelt zachtjes over het hoofdje van haar dochtertje. Moeder slaakt een diepe zucht en een tevreden glimlach straalt over haar gezicht.

'There is an instinct in a woman to love most her own child; and an instinct to make any child who needs her love, her own.' - Robert Brault.