In de zevende hemel
Ik moet zeggen: het is daar een vrolijke boel.
Uitbundig uiterlijk
Aan weerszijden van de smalle gangen, die bedoeld waren voor het verrijden van kinderbedjes, hebben de wanden een uitbundig uiterlijk. Er stappen roze olifantjes in de buurt van de Markthal met op de achtergrond Montevideo.
Een vrolijk gekleurde flamingo staat pootje te baden in de buurt van de kubuswoningen. Allerlei andere kleurige dierfiguren stappen dwars door de Rotterdamse architectuur.
De vloer is deels groen met gele boterbloemen of blauw met zand en schelpjes. Hier en daar slingert een aapje waarvan er één met zijn staart aan de Willemsbrug bungelt.
Prachtig en rustgevend
Een oudere alleenstaande dame wordt plots op de hartbewaking opgenomen voor medicamenteuze therapie bij een slechte pompfunctie van het hart. Ook heeft ze een gedeeltelijke maculadegeneratie waardoor het zicht in haar ene oog nog maar een paar procent is.
Als ze eenmaal in haar bed ligt, bewondert ze de gloednieuwe plafondpanelen die uitgerust zijn met een blauwe hemel en witte wolken. Prachtig en rustgevend vindt ze het.
Veel rust is haar overigens niet gegund aan de snoeren van de monitor, die bij beweging op alarm slaat. ’s Nachts gaat het mis… Ze is totaal de weg kwijt, weet niet waar ze is en wie we zijn.
De wanden komen tot leven
“Daar, zie je dat dan niet! Daar loopt hij toch!” Met grote ogen wijst ze met een beverige vinger naar de wand van haar kamer. Ze ziet van alles lopen, de wanden vol met vrolijke beesten zijn compleet tot leven gekomen.
Er galopperen kuddes met opgejaagd wild door het Rotterdamse landschap. Ze waant zich in Blijdorp, gilt moord en brand en denkt dat wij haar gevangen houden.
Het stevige delier waaraan ze ten prooi valt, kan nog maar net in de kiem gesmoord worden. Gelukkig knapt ze na verloop van tijd op en ook het delier raakt steeds verder op de achtergrond.
Zevende hemel
Na enkele dagen krijgt het normale leven weer een beetje vat op haar en mag ze verhuizen, zonder monitor, naar de verpleegafdeling voor verder herstel. Mijn collega helpt met de draai van het bed uit haar kamer en zwaait haar na. Ze steekt haar blauw dooraderde hand op en wuift terug. “Tot in de zevende hemel!” roept ze nog net voor de bocht.
Mijn collega fronst even haar wenkbrauwen maar roept dan terug: “Dat zou mooi zijn mevrouw, maar ik ben niet zo’n hoogvlieger.” We grinniken er samen om en ik hoop dat deze collega nog maar lang met beide benen op de grond mag blijven. Ze is veel te hard nodig in deze vrolijke “dierentuin”.
Hemels vergezicht
Graag wil ik de architect bedanken voor zijn les op de wanden en de plafondpanelen.
Hebben wij mensen niet allemaal de neiging om in moeilijke tijden alleen de omstandigheden om ons heen te zien? Alleen maar de beren op de weg? Terwijl er zo’n mooi uitzicht is.
Kijk omhoog! Daar boven de wolken is er een hemels vergezicht.